Tijd
Op een dag was het dag
en toen het nacht werd
was het nacht.
Niemand die daar anders over dacht.
De zon, zowaar, een lesje wilde leren,
belerend een wijzer in haar richting gebracht —
maar zij liet slechts zien
hoelang ze bleef hangen.
Belangen groeiden sindsdien:
de dag op te rekken,
er tijd in passen,
de tijd steeds te checken —
de arbeidersklasse
eronder te houden.
Ze moesten. Ze zouden.
Verwoesten. Behouden.
Een klok werd opgehangen.
De lichten aangezet.
Er kwam budget
voor een tijd zonder belangen:
een natuurlijke tijd,
een centrale tijd,
een fiscale tijd.
Je raakt hem kwijt.
Hij gaat voorbij.
De dag, de nacht,
ze kunnen het vergeten.
Want wij
hebben de macht
met iets anders te meten.
Tegennatuurlijk
en daarom geweldig,
handig bestuurlijk
en daarmee rechtsgeldig.
-----------------------------------------------------------------
Maar weet je —
de zon heeft nooit klok leren kijken
De wolken, de maan, de planeten
weten bij God niet hoe laat het is
En terwijl wij tellen
en plannen
en haasten —
onthielden zij steeds
wat wij zijn vergeten:
dat tijd
zich niet
door mensen laat meten